zaterdag 9 januari 2010
Fingerspitzengefühl? Sowieso!
Fingerspitzengefühl is het mooiste Duitse woord in het Nederlands. Duizenden lezers van het maandblad Onze Taal verkozen het boven woorden als Aha-erlebnis, Quatsch en heimwee.
Al eerder, in 2004, werd Fingerspitzengefühl ook door Nederlanders bovenaan gezet toen het Goethe Institut vroeg om het mooiste woord in de Duitse taal (toen ging het dus niet om een leenwoord).
Nederlanders houden van medeklinkers die je met je tanden maakt (l, t, d, n en s) of met je lippen (m, b, p, v en f). Dat blijkt uit onderzoek dat in 2004 in opdracht van Onze Taal werd gedaan. Dat maakt Fingerspitzengefühl “voor de gemiddelde Nederlander niet minder dan een fonetisch feestje”, aldus het taalmaandblad.
Het woord is waarschijnlijk ook favoriet omdat het zo poëtisch klinkt en omdat er geen bondig Nederlands alternatief voor bestaat, denkt de redactie van Onze Taal.
Tijdens mijn bibliotheekopleiding, lang gelden, was Fingerspitzengefühl een woord dat in combinatie met Collectievorming zeer regelmatig werd aangehaald.
Het samenstellen van een collectie die "representatief was voor het culturele veld" vereiste een goed Fingerspitzengefühl. Deze vaardigheid moest je in aan de hand van ervaren bibliothecarissen zien te ontwikkelen en dat was geen sinecure.
In de jaren negentig deed in openbare bibliotheken het rationeel collectioneren z’n intrede. Uitleenfrequenties, afwezigheidspercentages, vernieuwings- en afschrijvingspercentages zijn leidend geworden in het collectiebeleid. Collectiebeleid moet cijfermatig onderbouwd en het Fingerspitzengefühl van de bibliothecaris kon bij het vuil.
Natuurlijk is het goed dat Rationeel Collectiebeleid bestaat en dat bibliotheken proberen ook deze zaken cijfermatig te onderbouwen. Ik ben de eerste die voor stemt, maar misschien moeten we, nu het woord is verkozen, ook het bijbehorende gevoel weer een beetje uit de mottenballen halen. Een klein beetje vingertoppengevoel kan helemaal geen kwaad. Misschien zelfs hier en daar een vleugje irrationeel collectiebeleid.
Zolang het maar een smakelijke collectie oplevert voor de gebruikers van de bibiotheek.
Vingerpoppen: Gerhard Lugard
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Mooi gezegd Jan. Rationeel is mooi maar een gerationaliseerde eenheidsworst is ook weer zo'n, hmm overal hetzelfde smakende ding.
Terwijl ik je blog las vroeg ik me af of er wel eens een serieus onderzoek(je) geweest is naar het effect op de collectie van de verschillende vormen van collectioneren. Maakt het uit? Wat vindt de klant? Merkt die een verschil?
Met C-OPT (Collectie OPTimalisering) ontstaat in elk geval géén ‘gerationaliseerde eenheidsworst’ want hiermee worden Collecties geOPTimaliseerd voor de specifieke context waarin ze functioneren. Methodes waarbij benchmarking aan de orde is dragen dit gevaar uiteraard wel in zich.
Er is zeker een groot effect op de collectie door verschillende vormen van collectioneren. Dat kun je al afleiden wanneer je gedetailleerd bekijkt hoe de verschillende methodes werken. En je kunt het natuurlijk gewoon zien als je een collectieplan (profiel) voor een bepaalde bibliotheek, gemaakt met methode x, legt naast een collectieplan gemaakt met behulp van methode Y.
De hamvraag is inderdaad of de klant het verschil merkt. Ik zou denken dat dat het geval moet zijn. Maar daar is tot nu (voor zover ik weet) geen serieus onderzoek naar gedaan. Enige aanwijzing die ik heb is dat Bibliotheek Rotterdam in Bibliotheekblad (10,11 2007) concludeerde: “In 2006 waren de klanten 4% meer tevreden over de collectie dan in 2004. ‘Een grotere groei dan in andere grote steden.’ “
Rotterdam had toen al twee jaar gewerkt met C-OPT; Den Haag begon er toen net mee.
Voor verdere info over C-OPT; zie title="OPTERA site" href="http://www.optera.nl"
Ook het artikel over C-OPT in Rotterdam kunt u hier lezen.
Een reactie posten